Paul Demets
(België, 1966) ontving de Jan Campert-prijs voor zijn poëziebundel De Klaverknoop, waarin hij op zoek gaat naar de mens en elk beeld beladen en betekenisvol is, zonder dat de poëzie ondoordringbaar wordt. Voor zijn debuut De papegaaienziekte (1999) ontving hij in 2001 de Prijs voor Letterkunde van de provincie Oost-Vlaanderen. Hij dicht niet alleen, maar is ook poëzierecensent voor De Standaard, Awater, Poëziekrant en Ons Erfdeel, en essayist. Demets' bundel De bloedplek (2011) werd bekroond met de Herman de Coninckprijs, zowel door de jury als door het publiek. Van begin 2016 tot eind 2019 was Demets plattelandsdichter van Oost-Vlaanderen. Voorjaar 2020 verschijnen naar aanleiding daarvan twee poëziebundels. En hij werkt aan een biografie van de Vlaamse schrijver en schilder Paul Snoek. Over poëzie schreef hij in Vrij Nederland: "Ik wil nu vooral poëzie zien, horen, voelen en smaken. Close watching, listening, feeling, tasting."
(WN 2020)Archief beschikbaar voor: Paul Demets
-
Schrijversfeest
Met: Aad Meinderts, Alistair Payne, Gideon Samson, Jasper Albinus, Joke Hermsen, Marente de Moor, Noraly Beyer, Oleg Lysenko, Paul Demets, Robert van Asten, Stefan Hertmans, Thomas de Veen, Tijn Wybenga, Tjitske Jansen
Het Schrijversfeest is een feestelijk programma met voordracht en muzikale optredens rond de uitreiking van de vier literaire prijzen van de gemeente Den Haag door Robert van Asten, wethouder van Cultuur. Als laudatiogevers ziet en hoort u schrijver en filosoof Joke Hermsen, dichter Tjitske Jansen en NRC-literair redacteur Thomas de Veen. Muzikale odes worden uitgevoerd door klassiek accordeonist Oleg Lysenko, componist en pianist Tijn Wybenga en trompettist Alistair Payne. Dichter Jasper Albinus draagt het openingsgedicht voor en de presentatie is in handen van Noraly Beyer.
Een vast onderdeel is de finale van het educatieproject Spot on Young Poets: de finalisten, Haagse scholieren, dragen gedichten voor die ze tijdens workshops op school schreven, onder wie ook Mirle Wittekoek, die vorig jaar de Jonge Campert-prijs won. De aanwezigen bepalen wie van de genomineerden ditmaal deze prijs voor een jonge Haagse dichter wint.
Schrijver, dichter en essayist Stefan Hertmans ontvangt de Constantijn Huygens-prijs voor zijn hele oeuvre. Hertmans brak in 2013 bij het grote publiek door met de roman Oorlog en terpentijn. Het boek is een fijnzinnige en intense ode aan zijn grootvader, die opgroeide in armoede, als frontsoldaat diende in de Eerste Wereldoorlog en zijn grote liefde vroeg verloor. Het verdriet daarover verwerkte hij door te schilderen.
Hertmans behoorde al veel langer tot de gerespecteerde schrijvers van het Nederlandse taalgebied. Sinds zijn debuut in 1981 met het experimentele prozaboek Ruimte heeft hij, volgens de jury, een oeuvre opgebouwd dat vrijwel alle genres bestrijkt. Zijn verzamelde poëzie beslaat ongeveer duizend pagina's, gebundeld verschenen onder de titel Muziek voor de overtocht. Zijn proza omvat romans, verhalen, een reisboek en essays. Hij schreef ook theaterteksten en publiceerde belangwekkende monografieën over filosofie en beeldende kunst.
Paul Demets (1966) krijgt de Jan Campert-prijs voor zijn poëziebundel De Klaverknoop, een spetterende bundel waarin elk beeld beladen en betekenisvol is, zonder dat deze poëzie ondoordringbaar wordt. Demets' grote verdienste is dat hij de taal weet te knopen zonder de lezer in te snoeren. Deze gedichten blijven zinderend hangen.
Marente de Moor (1972) ontvangt de F. Bordewijk-prijs voor haar roman Foon. De tragische pogingen van de mens om de natuur te bedwingen, te begrijpen en te sturen, raken de kern van het oeuvre van De Moor. Er spreekt een grote liefde voor de wetenschap uit en een diep doorvoeld besef van de vergeefsheid van het menselijk streven. Resoluut leidt De Moor haar lezers naar de rand van het bos, in de wetenschap dat er vroeg of laat iets zal gebeuren dat de beren tevoorschijn roept. Foon is een met meesterhand geschreven ideeënroman over de mens die het mysterie van het bestaan steeds moeilijker kan verdragen, van een van de eigenzinnigste auteurs van het Nederlands taalgebied.
Aan Gideon Samson (1985) is voor zijn boek Zeb. de tweejaarlijkse Nienke van Hichtum-prijs toegekend. De buitenissigheden in Zeb. worden opgediend als glasheldere logica in een verder volkomen realistische omgeving. Ontregeling brengt het vooral aan in de hoofden van de lezers. Die ontregeling is vrolijk, grappig en speels, maar daaronder schuilt een onheilspellend gevoel van vervreemding. Met Zeb. voegt Samson een uniek absurdistisch geluid toe aan de Nederlandse jeugdliteratuur.
Een programma in samenwerking met de Jan Campert-Stichting / Literatuurmuseum.