Maria Barnas
(Hoorn, 1973) is schrijver, dichter en beeldend kunstenaar. Zowel in haar geschreven als in haar beeldend werk onderzoekt ze hoe beschrijvingen de werkelijkheid vormen en vervormen. In 2014 won ze de Anna Bijns Prijs voor Jaja de oerknal (2013). De jury prees het 'talige universum' in deze derde bundel: 'Barnas gebruikt poëzie als mogelijkheid om ergens een doek van woorden overheen te gooien. Elk gedicht is een poging om iets vluchtigs even stil te zetten, te bewaren, documenteren.' Barnas studeerde aan de Rietveld Academie en de Rijksacademie te Amsterdam. In 2003 verscheen haar poëziedebuut Twee zonnen waarvoor ze de C. Buddingh'-prijs 2004 kreeg. In 2009 volgde de J.C. Bloemprijs voor Er staat een stad op uit 2007. Barnas schrijft ook over kunst en literatuur in onder andere De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Haar columns die van 2007 tot 2010 verschenen in NRC Handelsblad zijn gebundeld in Fantastisch. Barnas publiceerde ook twee romans, Engelen van ijs (1997) en De baadster (2000).
(WU 15 GR)Archief beschikbaar voor: Maria Barnas
-
Het Schrijversfeest
Met: Aad Meinderts, Bart Moeyaert, Bas Heijne, Calliope Tsoupaki, Cristina Branco, De Règâhs, Dimitri Verhulst, Francis Broekhuijsen, Ivo van Hove, Jan van Mersbergen, Joris Wijsmuller, Kees 't Hart, Luc Coorevits - Behoud de Begeerte, Lucky Fonz III, Maarten 't Hart, Maria Barnas, Mensje van Keulen, Piet Gerbrandy
Francis Broekhuijsen presenteert de feestelijke afsluiting van het festival: het Schrijversfeest, een gevarieerd programma waarin de Nederlandse literatuur centraal staat.
Dichteres Maria Barnas opent de middag met een ode aan de poëzie. Schrijver en recensent Kees 't Hart leidt het programma in met zijn visie op de Staat van de Nederlandse Letteren, een toespraak over de literaire hoogtepunten van 2014. Schrijver Bart Moeyaert, artistiek intendant van gastland Vlaanderen en Nederland op de Frankfurter Buchmesse in 2016, presenteert de plannen om onze literatuur verder op te stoten in de vaart der volkeren. Fadozangeres Cristina Branco zingt speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde liederen, gebaseerd op de poëzie van onder meer Remco Campert.
Het hart van het programma vormt de uitreiking van de Jan Campert-prijzen, de prestigieuze literatuurprijzen van de Gemeente Den Haag, met geïnspireerde voordrachten door bewonderaars van de laureaten. Piet Gerbrandy ontvangt voor zijn dichtbundel Vlinderslag de Jan Campert-prijs en krijgt een laudatio van componiste Calliope Tsoupaki. Jan van Mersbergen, die voor zijn roman De laatste ontsnapping de F. Bordewijk-prijs ontvangt, wordt toegezongen door singer-songwriter Lucky Fonz. Bas Heijne ontvangt de J. Greshoff-prijs voor Angst en schoonheid. Louis Couperus, de mystiek der zichtbare dingen. Hij wordt toegesproken door Ivo van Hove, regisseur en directeur van Toneelgroep Amsterdam, dat in 2015 werk van Couperus op de planken brengt. Schrijver Dimitri Verhulst spreekt Luc Coorevits toe, de passionele bezieler van Het Vlaamse literair productiehuis Behoud de Begeerte, dat werd onderscheiden met de G.H. 's-Gravesande-prijs voor bijzondere literaire verdiensten. Klap op de vuurpijl is de Constantijn Huygens-prijs voor een geheel oeuvre. Die wordt uitgereikt aan Mensje van Keulen voor haar romans, verhalen en gedichten. Schrijver Maarten 't Hart zal haar lof toezwaaien en tot slot zingen De Règâhs haar toe.
Programma in samenwerking met het Nederlands Letterenfonds en de Jan Campertstichting.
-
Uit de bodemloze fundamenten van dit knekelrijk
"Uit de bodemloze fundamenten van dit knekelrijk
rijst een nieuwe schijnwereld,
ontplooit zich leven à la opblaasboot. "Aldus dichter Hans Verhagen in zijn bundel Eeuwige Vlam. Hij en de dichters Maria Barnas, Iljs Leonard Pfeijffer en Frank Koenegracht lazen hun recente werk. Later op de avond kwamen ze terug, met Gerrit Komrij, met een in opdracht van Winternachten geschreven hekeldicht. Nederlandstalig.
-
Lang leve het hekeldicht!
Een Antwerpse Mis-pop
Een Swijn van den Bisschop
Derft hier komen raesen
En gnurcken, en knorren
En schelden, en morren
En kijven, en kauten
Met Rijmen vol fauten
Zo dichtte ooit de dichter W.G. Foquenbroch over een Antwerpse bisschop. Het hekeldicht is in onbruik geraakt, en dat is een misverstand: de Nederlandse aard valt immers niet genoeg te hekelen. Vijf dichters schreven een hekeldicht op de Nederlandse geest: Maria Barnas, Frank Koenegracht, Gerrit Komrij, Ilja Leonard Pfeijffer en Hans Verhagen. Zij bliezen daarmee de traditie nieuw leven in. Joyce Roodnat was gespreksleider. Nederlandstalig.