Frank Koenegracht
(Rotterdam, 1945) is psychiater in Leiden. Op aanraden van Lucebert zond hij in 1970 enkele gedichten naar uitgeverij De Bezige Bij. Een jaar later debuteerde hij met de bundel Een gekke tweepersoonswesp. Pas in 1976 verscheen zijn tweede bundel Camping De Vrijheid. Vroege sneeuw (2003) is een verzamelbundel met een keuze uit eerder verschenen werk. Twee maal werd Koenegrachts oeuvre als geheel bekroond: in 1990 met de Anna Blaman Prijs en in 2001 met de Frans Erens-prijs. In zijn poëzie verzet hij zich steeds weer tegen de gevestigde orde. Vanaf zijn debuut blijkt zijn afkeer van de burgerlijke maatschappij. Zijn gedichten zijn enigszins bizar en toch herkenbaar, doordat waan en werkelijkheid elkaar regelmatig ontmoeten. Het motto van zijn laatstverschenen bundel zegt: "De wereld van Frank Koenegracht is niet vrolijk, maar er valt gelukkig wel veel te lachen"."
(WIN 2005)Archief beschikbaar voor: Frank Koenegracht
-
Uit de bodemloze fundamenten van dit knekelrijk
"Uit de bodemloze fundamenten van dit knekelrijk
rijst een nieuwe schijnwereld,
ontplooit zich leven à la opblaasboot. "Aldus dichter Hans Verhagen in zijn bundel Eeuwige Vlam. Hij en de dichters Maria Barnas, Iljs Leonard Pfeijffer en Frank Koenegracht lazen hun recente werk. Later op de avond kwamen ze terug, met Gerrit Komrij, met een in opdracht van Winternachten geschreven hekeldicht. Nederlandstalig.
-
Lang leve het hekeldicht!
Een Antwerpse Mis-pop
Een Swijn van den Bisschop
Derft hier komen raesen
En gnurcken, en knorren
En schelden, en morren
En kijven, en kauten
Met Rijmen vol fauten
Zo dichtte ooit de dichter W.G. Foquenbroch over een Antwerpse bisschop. Het hekeldicht is in onbruik geraakt, en dat is een misverstand: de Nederlandse aard valt immers niet genoeg te hekelen. Vijf dichters schreven een hekeldicht op de Nederlandse geest: Maria Barnas, Frank Koenegracht, Gerrit Komrij, Ilja Leonard Pfeijffer en Hans Verhagen. Zij bliezen daarmee de traditie nieuw leven in. Joyce Roodnat was gespreksleider. Nederlandstalig.