F. Starik
(Apeldoorn, 1958) is dichter, schrijver, zanger en kunstenaar. Hij debuteerde op zestienjarige leeftijd met de bundel Mot, of de neerslag van de twijfel. Hij studeerde fotografie en mixed media. In 1987 verscheen zijn officiële debuut Nepvuur,spoedig gevolgd door de geruchtmakende bloemlezing Maximaal. Hij richtte in Amsterdam het Starik Museum van kleine werken op. In 1993 verscheen zijn tot dusver enige roman in briefvorm, Mijn Leven Als Museum. Hij was zanger van de Willem Kloos Groep van 1992-2002. Vanaf 2002 verschenen de bundels Simpele Ziel, De grote vakantie (2003), Rode Vlam en De verdwijnkunstenaar (beide 2004). Sinds 2002 beheert Starik de Amsterdamse Poule des Doods, een groep dichters van wisselende samenstelling die bij eenzame uitvaarten gedichten schrijft en voordraagt. Het boek daarover, De eenzame uitvaart, met de gedichten van de deelnemende dichters, verscheen in 2005.
Archief beschikbaar voor: F. Starik
-
De laatste reis
Het gebeurt elk jaar wel een paar keer in ons land: een begrafenis waar helemaal niemand op af komt. Nabestaanden zijn er niet of hebben geen interesse in de dode. De kist gaat de grond in onder het toeziend oog van een ambtenaar van de Sociale Dienst. Dat kon zo niet langer, vonden enkele dichters. Nu zorgen ze voor een gedicht bij deze eenzame uitvaarten. Frank Starik, Neeltje Maria Min en Anneke Brassinga over wat poëzie vermag.
Het kind
Er is een moeder in ons leven, zij is
de grond en weet waarom wij zijn geboren,
zij gaat ons overal vooruit, waar zelf
wij nog niet lopen konden - ook
op onbetreden aarde onderwerelds
al was zij daar te rusten neergelegd,
al werd zij honderd en bijkans ons kind.jij gaat haar na alsof ze heeft geroepen:
Klara, dochter, kom je wordt gemist.
Was er geen mens of dier om mee te spreken?
De staande klok sloeg elk kwartier, cla-
wetterend refrein van stilte. Twaalf weken
ben je wees geweest - twaalf eeuwen?
Rust nu in vrede, wees voorgoed herenigd.[Anneke Brassinga]